Paperman George is dood
Jarenlang fietste hij elke dag door onze wijk, behalve op zondag en een stuk of wat feestdagen. In weer en wind. In de zomer soms in korte broek, in de winter dik ingepakt. Een grijs pluizenkapsel. Aan zijn stuur tassen en honderden elastiekjes. Hij overleed half februari. Hij was 74. Zijn dochter was even sprakeloos bij zijn afscheid in Diessen bij het zien van zoveel mensen. Veel mensen die elkaar niet kenden, maar één ding gemeen hadden: ze kregen dagelijks van hem NRC Handelsblad in de bus. Afscheid van de krantenbezorger, de ‘paperboy’ van Tilburg, George Willems. In tegenstelling tot een ochtendbezorger, kom je de bezorger van een avondkrant weleens tegen op straat. Af en toe knoopte hij een gesprek aan. Dat ging altijd over onrechtvaardigheid en onrecht. Over oneerlijke verdeling. Afgelopen kerst schreef hij er een lange brief over die hij met het kerstnummer in de bus stopte. Hij deed zijn best om gehoord te worden, dat lukte niet altijd en -zo zei zijn dochter- dat holde hem uit. ‘Koppig was hij en slim, zijn intelligentie was zijn kracht en zijn zwakte,’ zei ze. Hij leerde zijn dochter dat ‘gek niet bestaat, maar dat we hoogstens afwijken van de norm’. Ze vertelde over een vader die stond te swingen in de kroeg, over zijn liefde voor Finland. En dat hij de beste fietsenmaker van de wereld moet zijn geweest. De kinderen kregen al heel vroeg bandenplakles, de keuken was een fietswerkplaats. Op enkele plekken in de stad had hij reserve fietsen in tuinen van abonnees staan. Voor een verjaardag schonk hij zijn dochter ‘een unisex cadeau dat goed van pas komt’. Het was een cirkelzaag. George Willems, van leraar maatschappijleer tot krantenbezorger. Hij was een bijzonder mens. Hij deelde de wereld in in modaal en a-modaal. ‘Hij leefde van herinneringen en vergeten dromen’, zei iemand bij het afscheid. Ik had zijn gezicht weleens willen zien bij de aanwezigheid van al die NRC-lezers.