2 november 2003
Zondag. Een prachtige herfstzon staat aan de hemel. De bladeren van de bomen waar ik vanuit mijn werk/denkzolder op kijk, zijn prachtig geel. Het is een bijzonder weekeinde. M's moeder was op bezoek (met de trein vanuit Hamburg). Twee dagen maar. Ze ging verdrietig weg, omdat ze er met haar negentig jaar van overtuigd is dat dit de laatste keer was dat ze hier was. Nu ik het opschrijf rilt mijn rug. Feit is dat mensen vaak (onbewust) weten dat ze naar het einde toe kachelen. Vrijdag een telefoontje dat een van mijn fijnste neven in het ziekenhuis ligt: twee hersenbloedingen. Jawel. Ik geloof dat hij drie of vier jaar ouder is dan ik. Het linkerdeel van zijn lichaam is verlamd en hij kan (nog) niet praten. Pfffffffffffff. Carpe Diem, zegt het cliché. Dan, ook nog dit weekeinde een uitvoerige mailwisseling (die nog verder loopt) met een oud-krantencollega en goed vriend over het geloof. Hij is toegetreden tot de Anglicaanse kerk omdat hij daar iets vindt wat hij elders niet vond. Hij legt het me nog verder uit, heeft hij belooft. Tenslotte een tip:
"Iedereen moet dit boek kopen, iedereen moet dit boek lezen en iedereen moet dit boek net zo mooi vinden als ik", aldus de recensent van The NYT Book Review. Het gaat over Adam Haslett: "Je bent geen vreemde hier..." Doen! Kopen ! Lezen ! Heel bijzonder. Vind ik. "Adam Haslett is een zeldzame verschijning: een ouderwetse, jonge verhalenverteller die iets belangrijks en iets nieuws en iets heel erg intelligents te vertellen heeft. Haslett is begiftigd met een onbevreesdheid, die op haar beurt een gift aan de lezers is. Wie deze verhalen leest, zal ze niet alleen erg mooi vinden, maar zal zich na het lezen ook sterker voelen." Dat zegt Jonathan Franzen (van de Correcties) over Haslett en dit boek. Enfin je moet het zelf weten.