Kunst
Het was in 1984. Ik was op een tentoonstelling in het Belgische Neerpelt. Vader en zoons Blondeel (Armand, Herman en Sander) lieten daar hun glasramen, ontwerpen en teleningen zien. Eén werk: Breuklijn raakte mij. Ik heb het toen gekocht. Ik heb het vervolgens met plezier achter me aan gesleept, maar na de laatste verhuizing belandde het op een verborgen plek.
Tòt een paar weken geleden: daar was-ie weer!! Alleen is één glasdeel kapot. Ik ben gaan googlen en vond met hulp van een galerie ergens in Venlo het adres van Sander Blondeel in Mariakerke in België. Dìe moest ik hebben, want hij is de maker van mijn kunstwerk. Ik had zijn telefoonnummer, maar ik weet dat hij doof is. Dus maar een brief geschreven: of hij het werk nog kent en of hij het zelf zou willen restaureren. Want je kunt wel naar iemand anders gaan, maar als de maker het zelf doet....
Sneller dan het licht kreeg ik antwoord van de Grote Meester zelf: Hij kent het werk nog en wist me te vertellen dat de liefhebbers van zijn werken dit "Breukvlak" erg graag mogen. En dat hij het graag wil restaureren. En dat hij morgen langskomt, want hij reist een aantal keren per jaar af naar Tilburg om glas te kopen voor zijn nieuwe scheppingen. Dus morgen om half vijf staat de schepper van mijn kunstwerk bij mij op de stoep...is dat mooi of is dat mooi?